Vleermuizen zijn een beschermde diersoort. Ze nestelen graag in kleine, holle ruimtes, bijvoorbeeld onder dakpannen en in spouwmuren. Voordat een spouwmuur geïsoleerd kan worden, moet je zeker weten dat er geen vleermuizen in zitten en dat is lastig vast te stellen. Het onderzoek is prijzig en duurt lang, waardoor isolatiebedrijven vastlopen en dreigen ten onder te gaan. De NVDE en VENIN Isolerend Nederland hebben hier nu een oplossing voor gevonden.

Wie nu zijn spouwmuren wil laten isoleren, moet een ecologisch onderzoek laten doen. In een aantal gemeenten en provincies in Nederland is dit al gedaan maar in alle andere gevallen moet je hier zelf achteraan. Zo’n onderzoek kan € 5000 tot € 15.000 kosten en duurt dik een half jaar. Voor veel mensen is isoleren hierdoor bijna onmogelijk. Ook gaan particulieren hierdoor sneller op zoek naar manieren om het onderzoek te omzeilen.

Onnodig vooronderzoek

“Het vooronderzoek door een ecoloog is heel vaak onnodig”, vertelt Piet-Jan Dijkstra van de Vereniging Erkende Na-isolatiebedrijven Nederland (VENIN Isolerend Nederland). “In zo’n twintig procent van de woningen in Nederland zitten vleermuizen.” In die andere tachtg procent zitten dus geen vleermuizen. Vaak worden er geen vleermuizen gevonden en is dat lange vooronderzoek dus verspilde tijd.

In de toegestane maanden mogen woningen vleermuisvrij gemaakt worden. Dit zijn de maanden buiten de winter- en kraamperiode. Gedurende deze periode mogen isolatiebedrijven de vleermuizen ‘verjagen’ en vervolgens isoleren. Wel moet er dan vaak voor alternatieve leefruimtes gezorgd worden. Kijk je naar de natuurkalender, dan ligt de beste periode voor deze werkzaamheden in de zomer. “Dat is nu net de periode waarin mensen niet denken aan het isoleren van hun woning”, zegt Piet-Jan Dijkstra.

Onbetrouwbaar onderzoek naar vleermuizen

De wet Natuurbescherming zegt dat het doden van vleermuizen en het vernietigen van hun verblijfplaats verboden is. Wanneer er een vermoeden is dat een activiteit dergelijke gevolgen kan hebben, moet iemand alles doen wat redelijkerwijs van hem kan worden verwacht om dit te voorkomen. Als vleermuizen in een spouwmuur worden ontdekt, dan kan op basis van voorgestelde verzachtende maatregelen een ontheffing van deze verboden worden verkregen. Dit houdt meestal in dat dieren in ieder geval niet gewond mogen raken of dood mogen gaan en dat ze de kans moeten krijgen om te ontsnappen. Verder moeten er dan meerdere vervangende verblijfplaatsen worden gecreëerd. Bij grote projecten gaat dit meestal goed, bij particuliere projecten is het een ander verhaal. Omdat een gedegen onderzoek duur is en lang duurt wordt er snel gegrepen naar eenvoudigere, maar ook minder

trefzekere technieken. Zo doen veel bedrijven een vooronderzoek met een cameraatje, terwijl volgens Dijkstra.al vaak is gebleken dat vleermuizen zo gemakkelijk over het hoofd worden gezien.

Een nieuwe methode

De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) en VENIN Isolerend Nederland willen nu gebruik gaan maken van een nieuwe methode, om het isolatietempo toch hoog te kunnen houden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van environmental DNA (eDNA). Dit is een methode waarbij monsters uit de mogelijke leefomgeving, zoals de spouwmuur, worden gehaald. Deze monsters worden in een laboratorium getest op vleermuizen-DNA. “Als er DNA van vleermuizen gevonden wordt, dan moet men zich natuurlijk nog steeds aan de huidige regels houden. Als er geen DNA van vleermuizen gevonden wordt, dan zitten er geen vleermuizen in de spouwmuur en kan er direct geïsoleerd worden”, legt Piet-Jan Dijkstra uit.

Het voordeel van eDNA is dat het behoorlijk trefzeker is. Op hun website schrijft de Zoogdiervereniging dan ook dat eDNA zeer goed werkt bij bemonstering van vleermuismest. Daarbij is het testen van eDNA een stuk sneller en kostenefficiënter dan de huidige methode. De resultaten zijn dus hoopvol. Er is echter nog één probleem: ondanks positieve klanken vanuit verschillende vakgebieden, is deze methode nog niet gevalideerd. Daar wordt momenteel aan gewerkt, maar ook dat kan nog een behoorlijke tijd duren. Die tijd is er niet, meent Piet-Jan Dijkstra.

Anderen lazen ook:  Milieu impact van cosmetica

Hoe werkt eDNA?

Environmental DNA, oftewel eDNA, is het genetisch materiaal dat vrijkomt van een plant of dier en in de omgeving terechtkomt. Door monsters te nemen van water, lucht, een oppervlak of de grond, kan men achterhalen welke soorten aanwezig zijn in het gebied. Dit wordt ook wel metabarcoding genoemd. Door het nemen van een luchtmonster uit de spouwmuren, door middel van een luchtpomp, kan de methode toegepast worden.

Deze metabarcoding-techniek herkent het eDNA van alle in Nederland voorkomende vleermuissoorten. Ook het eDNA van andere beschermde soorten (zoals de steenmarter, de huismus en de gierzwaluw) kan worden herkend.

Stilstand voor isolatiesector

“De isolatiesector staat op dit moment zo goed als stil”, legt Dijkstra uit. Dat komt simpelweg omdat het te lang duurt voordat men een woning kan isoleren en omdat er te weinig mensen zijn die voor spouwmuurisolatie kiezen vanwege de lange wachttijden. Om de isolatiesector toch op gang te houden, is deze nieuwe methode hard nodig. Uit een onderzoek door W/E Adviseurs blijkt dat er met deze nieuwe methode maar liefst 69% meer woningen geïsoleerd kunnen worden.

Voor de isolatiesector is het dus van groot belang dat deze methode zo snel mogelijk gevalideerd wordt. “Dit soort processen kunnen helaas erg traag gaan”, aldus Piet-Jan Dijkstra. Toch denkt hij dat de isolatiesector snel aan de slag zal gaan met de nieuwe methode. “We hebben dit besproken met een heleboel mensen die verstand hebben van isoleren en van eDNA en met ecologen. Zij hebben er allemaal vertrouwen in. Waarom dan nu niet al beginnen?”

Vleermuizen voorop

“Als het gaat om beschermde diersoorten, kun je niet op zoek naar een middenweg. Isoleren is belangrijk, maar beschermde diersoorten zoals vleermuizen zijn dat ook.” Wat gebeurt er dan met de vleermuizen als straks opeens veel meer woningen geïsoleerd zijn? Van de 17 vleermuissoorten die in Nederland voorkomen, huisvesten er zich 10 graag in spouwmuren en onder daken. De gewone dwergvleermuis, de ruige dwergvleermuis, de laatvlieger, de meervleermuis, de tweekleurige vleermuis en de gewone grootoorvleermuis zijn hiervan de meest bekende soorten. Flink wat soorten zijn dus (gedeeltelijk) afhankelijk van onze woningen.

Ook hier zijn oplossingen voor. Zo kunnen isolatiebedrijven kleine, vrijwel onzichtbare openingen in de spouwmuren laten, zodat vleermuizen hier alsnog terecht kunnen. Daarbij kan een gemeente (of een particulier) actie ondernemen door bijvoorbeeld vleermuiskasten op te hangen. Door deze maatregelen blijft er plek voor de vleermuis, terwijl er ook geïsoleerd kan worden.

Het belang van natuurvriendelijk isoleren voor vleermuizen

Dat natuurvriendelijk isoleren van groot belang is, werd pijnlijk duidelijk in een artikel van de Zoogdiervereniging in 2020. Hierin meldde de vereniging dat vleermuizen steeds vaker door na-isolatie in de spouw levend begraven worden, omdat de vraag naar isolatie steeg. Het gebruik van de eDNA methode zou hier een oplossing voor kunnen zijn. Op www.natuurvriendelijkisoleren.nl kun je bedrijven vinden die rekening houden met de natuur voorafgaand en tijdens het isoleren.