Aardbeien met brandplekjes door de zon, kromme peren of pompoenen die te klein zijn om in de supermarkt te leggen: het zijn allemaal groenten en fruit die verdwijnen in de afvalcontainer of die de teler voor een dumpprijs van de hand moet doen. Zonde natuurlijk, want ze smaken nog net zo lekker. Dat dachten ook Thibaud van der Steen en de rest van de oprichters van No Waste Army. Met hun No Waste Army box vol houdbare producten willen ze inspelen op die reststromen, die anders bij de boer in de vuilnisbak belanden.
Tijdens de coronacrisis merkten Thibaud, zijn vriendin en een aantal vrienden dat veel mensen het, net als zijzelf, moeilijk hadden. Ze hadden behoefte aan positiviteit en wilden een lach op de gezichten van anderen toveren. Uit deze zoektocht naar licht in donkere tijden ontstonden bij Thibaud en zijn vrienden mooie initiatieven. Dit gebeurde in samenwerking met het door Thibauds vriendin opgerichte contentplatform Breda Maak Mij Blij. Dit platform was bedoeld om leuke dingen te delen over de stad Breda, maar kreeg nu een andere insteek: het bieden van hulp aan mensen die dat nodig hadden. “Het begon met tulpen van boer Jos, die hij niet meer kwijtraakte door de crisis. Wij hebben deze bij hem opgehaald en een plan bedacht. Mensen konden de tulpen via een betaalverzoek kopen en deze vervolgens coronaproof in Breda ophalen.” Deze actie groeide enorm hard en al snel ging het van vijftig bosjes naar honderdduizend bosjes bloemen.
Geen via gladiola
Hetzelfde gebeurde met de gladiolen die al klaar stonden voor de afgelaste Nijmeegse Vierdaagse. “Dan heb je ineens te maken met vrachtwagens vol bloemen die de teler niet kwijt kon en waar wij kopers voor moesten vinden.” Al snel merkten Thibaud en zijn collega’s, dat ze het professioneler aan moesten pakken, want betaalverzoeken sturen naar al die mensen was niet houdbaar meer. Er kwam een webwinkel waar mensen de bloemen konden kopen en de ophaalpunten werden uitgebreid naar onder andere Tilburg en Nijmegen. “En toen is het balletje gaan rollen en kwamen steeds meer telers, boeren en producenten naar ons toe met hulpvragen om hun product kwijt te kunnen.”
De volgende stap
Een leuk voorbeeld waren de nonnen uit Oosterhout, die met een enorm overschot van twintigduizend flessen wijn zaten die eigenlijk bedoeld waren voor een luchtvaartmaatschappij. “De opbrengsten van de wijn gebruiken ze normaal altijd voor het onderhoud van het klooster, maar nu lag de kelder vol wijn met een waarde van twee ton. Hartstikke zonde natuurlijk en ook financieel echt een probleem.” Door een grote sociale media campagne bracht Breda Maakt Mij Blij het probleem onder de aandacht. Dat bleek een succes: de media pakten het initiatief snel op en de doosjes wijn vlogen de deur uit. “Eerst kwamen mensen gewoon wat flesjes halen, maar we kregen steeds meer de vraag of we ook doosjes op konden sturen naar alle hoeken van het land. Dat was wel een hele leuke uitdaging.”
Na een aantal succesvolle acties was het tijd voor de volgende stap. “Breda Maakt Mij Blij heeft een heel sterk lokaal karakter. Echter speelden er in heel Nederland soortgelijke problemen en werden wij benaderd vanuit alle hoeken van het land met hulpvragen. We moesten groter gaan denken. Toen zijn wij samen gaan werken met Boerschappen, een boodschappenpakketbezorger die al lange tijd in Nederland succesvol was.” De koppen werden bij elkaar gestoken en al snel was No Waste Army geboren.
Imperfect
De focus werd producten die het erf van de boer of teler niet verlaten door de ‘bizarre kwaliteitseisen van de keten’, legt Thibaud uit. Meestal is de reden een uiterlijk dat niet aansluit bij de eisen van de winkels: pompoenen die niet binnen de gewichtsklasse van de supermarkt vallen, tomaten die niet perfect rond en rood zijn, aardbeien die te sappig zijn of te kromme peren. Gemiddeld wordt een derde van wat er geproduceerd wordt, uiteindelijk weggegooid. Dat kan zijn bij mensen thuis, omdat ze te veel gekocht of gemaakt hebben. Maar ook aan het begin van de keten, bij de boeren en telers, verdwijnt er veel bij het afval. Gewoonweg omdat ze hun oogst niet kwijt kunnen. “Waar een bedrijf als Too Good to Go aan het einde van de keten zit, bij producten die al gemaakt zijn, zitten wij aan het begin van de keten. Dat vind ik ook het mooie: met organisaties als Too Good to Go en Boerschappen samen strijden we voor een betere en eerlijkere omgang met voedsel.”
Samenwerking is iets wat volgens Thibaud belangrijk is bij dergelijke problemen. Gelukkig zit dat wat betreft No Waste Army wel goed. “Het scheelt heel erg dat Boerschappen al een heel logistiek systeem heeft, waar wij nu gewoon bij aan kunnen sluiten. De pakketten worden op dezelfde locatie ingepakt en we gaan ook gebruikmaken van hun netwerk om de pakketten te verspreiden. Zo zijn er nog wel meer partijen waar we waarschijnlijk mee samen zullen werken om samen te strijden voor minder verspilling.”
Van land naar potje
In september werden de eerste No Waste Army boxen bij de inmiddels 3000 ‘medestrijders’ bezorgd, waarna zij dit vanaf dan ieder kwartaal zullen ontvangen. De box is gevuld met houdbare producten, gemaakt van de producten die niet voldoen aan het perfecte plaatje van de supermarkten en die Thibaud en zijn collega’s bij boeren hebben opgekocht. Deze producten kunnen per keer verschillen, het is maar net wat er binnenkomt en wat er in dat seizoen groeit. “We vinden het vooral belangrijk dat het ‘normale’ producten zijn, geen exclusieve producten waarvan mensen niet weten wat ze ermee moeten, waardoor ze na enige tijd toch bij het vuilnis belanden. Daarom hebben we gekozen voor sauzen, soepen en sappen, spullen die mensen sowieso kopen.”
Het verzamelen van producten en bedenken wat je ermee wilt doen, is natuurlijk één ding, maar die smakelijke sauzen, soepen en sappen moeten ook nog gemaakt worden. “We zoeken producenten die het voor ons kunnen verwerken tot houdbare producten. Gelukkig bestaan er best wel veel bedrijven die weten hoe ze om moeten gaan met producten uit reststromen. We hebben er al een aantal in ons netwerk. De enorme vracht van twee ton aardbeien die wij laatst hebben opgehaald, is bijvoorbeeld door sociale werkplaats De Laarhoeven vermaakt tot aardbeienjam.”
Thibaud krijgt van veel geïnteresseerden de vraag of de producten ook biologisch zijn. “Nee, niet alles. Het is voor ons nu nog niet het doel om alleen maar biologisch geteelde groenten en fruit te redden. Het feit is ook dat er gewoonweg veel meer op een reguliere wijze geteeld en verbouwd wordt, dus blijft daar automatisch ook meer voedsel over. Dat maakt dat deze producten eerder bij ons terechtkomen. Maar als wij de keuze hebben tussen twee tomaten, één biologisch en de ander niet, zouden wij toch eerder de biologische kiezen. Maar zo eenvoudig is het niet.”
Tastbaar probleem
Met de boxen hoopt Thibaud ook meer bewustzijn te creëren voor voedselverspilling. “Als mensen in de supermarkt lopen, realiseren ze zich niet snel dat bij de productie van voedsel veel wordt weggegooid. De voedselketen is niet tastbaar. Door van juist die producten die niet in de supermarkt terechtkomen, weer nieuwe producten te maken, maken we het toegankelijk.” Het streven van Thibaud en zijn collega’s is om in een paar jaar te groeien naar honderdduizend leden van de ‘army’. “Met zoveel mensen kunnen we heel veel oplossen, maar we hopen natuurlijk dat er structureel iets verandert. Bij de supermarkten en bij de politiek. Maar dat is iets voor de toekomst.”
Wil jij je ook aansluiten bij de No Waste Army, meld je dan hier aan en ontvang in het voorjaar jouw eerste box vol heerlijke, geredde producten!
Dit artikel verscheen eerder in nummer 03 2023 van Groener Wonen.