Zeep, cosmetica, verf, babyvoeding, chocolade, margarine, beschuit; je kunt het zo gek niet bedenken of er zit palmolie in, dit is de olie die uit de vruchten van een oliepalm komt. Het is dan wel plantaardig, maar hoeveel impact heeft het eigenlijk op het milieu?

Een palmvrucht groeit aan de oliepalm (Elaeis guineensis) en is te herkennen aan de oranjerode kleur en de eivorm. De vruchten hangen in trossen bij elkaar aan de bomen. Een oliepalm gaat zo’n 25 tot 30 jaar mee en na ongeveer vier jaar is er een eerste oogst. Per hectare wordt er ongeveer 3,6 ton vruchten geplukt. Dat levert zo’n 4.000 liter olie op. Dit is meer dan bij andere oliegewassen en daarom is palmolie ook goedkoper dan andere oliën.

Maar liefst 60 procent van de voedingsmiddelen bevat palmolie meldt het Voedingscentrum. Hierin zit meer verzadigd vet dan in andere oliesoorten; het is dus niet per definitie gezond aangezien verzadigd vet de kans op hart- en vaatziekten vergroot. Soms wordt zo’n voedingsproduct toch aangeraden, omdat het product zelf wel goed voor de gezondheid is en de hoeveelheid palmolie niet groot is.

Om erachter te komen of er in een voedingsproduct palmolie zit kun je letten op de woorden ‘plantaardige olie (palm)’, ‘palmvet’ of simpelweg ‘palmolie’. Bij cosmetica en schoonmaakmiddelen is het een stuk moeilijker om te herkennen omdat er hier andere termen worden gebruikt, zoals ‘ascorbyl palmitate’, ‘cetyl palmitate’, ‘isopropyl palmitate’ en ‘palmitic acid’. Palmolie zit overigens niet alleen in voeding, cosmetica en schoonmaakmiddelen; het is wereldwijd ook een grondstof voor biodiesel. Nederland gebruikt geen biobrandstof uit palmolie omdat dat in het Klimaatakkoord is vastgesteld. Binnen de Europese Unie is ons land wel een van de belangrijkste importeurs van palmolie.

Hoe duurzaam is palmolie?

Het tropisch regenwoud

De vraag naar palmolie blijft groeien en dat betekent automatisch dat er meer palmolieplantages komen. De meeste plantages bevinden zich in Indonesië (met name op het eiland Sumatra) en Maleisië, vanwege het tropische klimaat. Ook in Afrika en Zuid-Amerika zijn veel palmolieplantages. Om plaats te maken voor al die plantages wordt tropisch regenwoud weggehaald. Dit houdt niet alleen in dat er bomen worden gekapt, maar ook dat andere planten én dieren die er leven geen ‘thuis’ meer hebben. Dieren als de orang-oetan, Aziatische olifant, tijger, neusaap, neushoorn en Indische tapir zien hun leefgebied slinken.

Naast het negatieve effect op flora en fauna, speelt ook mee dat er veel CO² wordt uitgestoten als het tropisch regenwoud plek vrij moet maken voor landbouwgrond. Kortom, er zitten veel negatieve aspecten aan het produceren van palmolie. Maar volgens Milieu Centraal is het lastig om een duurzaam alternatief aan te wijzen. Bij andere plantaardige oliën, zoals kokosolie of sojaolie, spelen dezelfde problemen als het gaat om het milieu. Een alternatief zou zonnebloemolie of raapzaadolie kunnen zijn, maar voor deze producten is wel meer land nodig. Voordeel is, dat je dit wel in Europa kunt produceren, waardoor het tropisch regenwoud er niet onder hoeft te lijden. Momenteel wordt er echter nog veel zonnebloem- en raapzaadolie geïmporteerd uit andere continenten.

Anderen lazen ook:  Plantaardig recept: Thaise soep met rode curry

RSPO-Keurmerk

Palmolie vermijden, is dat dan een oplossing? Je kunt dit doen, maar het vergt wel wat discipline omdat palmolie in veel producten zit die dagelijks worden gebruikt of geconsumeerd en omdat er veel verschillende benamingen zijn om palmolie aan te duiden, waardoor je aandachtig moet kijken naar de ingrediëntenlijst.

Wat je ook kunt doen, is letten op het topkeurmerk Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO). Dit is een keurmerk van het platform RSPO waar onder andere het Wereld Natuur Fonds, Oxfam Novib en andere maatschappelijke organisaties deel van uitmaken. Hun doel is duurzame palmolie produceren waarbij rekening wordt gehouden met het tropisch regenwoud, de bodemkwaliteit, de leefomgeving van dieren en de lokale bewoners, en de arbeidsomstandigheden.

Producten met een RSPO-keurmerk zijn te herkennen aan het logo. In deze producten moet tenminste 95 procent van de palmolie geproduceerd zijn volgens de duurzame eisen van RSPO. Op de website van RSPO kun je zien wat de organisatie al heeft bereikt, waar ze mee bezig zijn en welke plannen er voor de toekomst zijn.

Hoe duurzaam is palmolie?

“Ik eet geen producten met palmolie meer”

Nique Hanskamp is een echte dierenliefhebber. Toen ze er zo’n tien jaar geleden achter kwam, dat palmolie helemaal niet diervriendelijk is, besloot ze direct te stoppen met het eten van producten waar palmolie in zit.

Nique: “Waarom ik geen producten met palmolie wil eten? Omdat de tropische regenwouden van onder andere Borneo en Sumatra worden gekapt voor palmolieplantages. Met totaal geen oog voor de orang-oetans die daar leven, en er zijn er al niet zoveel meer. De dieren worden op kale vlaktes achtergelaten of sterven bij de boomkap. De bomen waarin ze leefden zijn weg en daarmee ook hun leefgebied. Dit is zo triest. Zo’n 85 procent van alle palmolie wereldwijd komt van Borneo en Sumatra. En ik wil niet meewerken aan het verdwijnen van regenwouden en hun fantastische bewoners!”

Lees ook: