Bij leven kun je al veel doen om je impact op het klimaat te verkleinen. Maar, wanneer jouw leven ten einde komt, stopt dan ook de impact die je hebt? Ook het afscheid kun je duurzaam inrichten. Steeds meer initiatieven, maar ook (grote) uitvaartorganisaties laten zien hoe je voor een groen einde zorgt.
Of je het nu van tevoren vastlegt of aan je familie overlaat, er vallen nogal wat keuzes te maken rondom een overlijden. Naast stijl of smaak, speelt ook duurzaamheid hier een steeds belangrijkere rol in. Van welk materiaal wordt de kist gemaakt? Wil je gebruik maken van een elektrische auto? En hoe zit het eigenlijk met de bloemen, die vaak maar kort gezien worden en ook een grote impact op het klimaat hebben? Allemaal vragen die een rol spelen bij een groen einde.
Begraven, cremeren of…
In 2021 stierven er in ons land bijna 171.000 mensen. In Nederland zijn er na het overlijden verschillende opties voor wat er met een lichaam gebeurt. Dit is vastgelegd in de Wet op de lijkbezorging. Je kunt je lichaam doneren aan de wetenschap voor onderzoek. Bij een uitvaart zijn er twee toegestane mogelijkheden: het lichaam wordt begraven of gecremeerd. Sinds 2003 kiezen meer mensen voor een crematie dan voor een begrafenis. De verdeling is nu zo’n 60 om 40 procent.
Natuurlijk hangt de milieubelasting van de uitvaart vooral samen met wat er allemaal wel of niet gedaan wordt. In 2014 heeft onderzoeksbureau NTO onderzoek gedaan naar de gemiddelde uitstoot van begraven en cremeren. Hieruit bleek dat begraven een belasting heeft van zo’n 95 kg CO² en cremeren een belasting van wel 208 kg CO². Op de vraag wat duurzamer is, is geen eenduidig antwoord te geven omdat naast de uitstoot van stoffen ook andere factoren, zoals bijvoorbeeld ruimtebeslag een belangrijke rol spelen. Uit onderzoek van de TU Delft (2005) bleek dat gemiddeld gezien begraven en cremeren dezelfde milieubelasting opleveren en dus geen grote invloed hebben op een groen einde.
Bio-cremeren
Steeds vaker wordt gepraat over de mogelijkheid tot resomeren. Resomeren wordt ook wel bio-cremeren of alkalische hydrolyse genoemd. Hierbij wordt het lichaam in een wollen omhulsel in een drukvat gelegd, wat gevuld wordt met een stof van een hoge-pH waarde. Dit bestaat uit een base (meestal kaliumhydroxide) en water. Onder hoge druk en met een temperatuur van ongeveer 180 °C reageren de stoffen met elkaar en wordt het lichaam ontbonden. Het lichaam lost in drie uur tijd als het ware op, op de botten (en bijvoorbeeld protheses) na. De botten worden verpulverd tot een wit poeder. De vloeistof die overblijft, wordt gezuiverd en komt uiteindelijk weer in de gewone watercyclus terecht.
Resomeren wordt gezien als een milieuvriendelijker alternatief dan begraven en cremeren. Dit komt omdat de (indirecte) uitstoot van CO² vele malen lager is dan bij cremeren of begraven, er geen fijnstof vrij komt bij resomeren en er minder waterverbruik is dan bij begraven of cremeren. Ook is het ruimtebeslag lager. Wordt bij resomeren gebruik gemaakt van groene stroom, dan is de belasting nog lager. Dit kan dus zeker gezien worden als een groen einde.
Hoewel resomeren in Nederland nog niet is toegestaan bij mensen (wel bij dieren), is de verwachting dat het niet lang zal duren voor dit wel mogelijk wordt. Dit komt mede omdat de Gezondheidsraad het inmiddels goedgekeurd heeft. Critici vragen zich echter af of de overgebleven vloeistof wel 100% gezuiverd kan worden en wat de belasting is van het winnen of opwekken van de benodigde base.
Een laatste, duurzame rit
Een belangrijke vervuiler om bij na te denken voor een groen einde, is het vervoer. Vaak moet de overledene van huis (of een andere plek waar de overledene ligt opgebaard) naar een kerk en dan ook nog naar de begraafplaats of het crematorium vervoerd worden. Het helpt uiteraard om de uitvaartdienst op de begraafplaats of het crematorium te houden, maar soms kom je niet onder het vervoeren van de overledene uit.
Steeds meer uitvaartmaatschappijen bieden een elektrische rouwauto aan, waarmee de uitvaart direct een stuk duurzamer wordt. Eventuele volgauto’s zijn vaak ook elektrisch te boeken. Daarnaast bestaat er een rouwbakfiets of uitvaartfiets, een zeer milieuvriendelijk alternatief. Dit is een fiets met een soort aanhanger waar de kist op vervoerd kan worden. Deze wordt bijvoorbeeld in de gemeente Amsterdam al met regelmaat ingezet. Andere alternatieven voor korte afstanden zijn bijvoorbeeld een loopkoets of paardenkoets (maar natuurlijk alleen als de paarden niet eerst met de trailer naar de uitvaartlocatie vervoerd hoeven te worden).
De kist
Er is veel keuze als het gaat om de kist of zelfs alternatieven hiervoor. In Nederland mag sowieso geen gebruik worden gemaakt van kunststof kisten. Wil je een houten kist? Kies dan voor een kist van duurzaam hout. Een goed alternatief bij een groen einde is om de gangbare kisten te vervangen door een kist gemaakt van wilgentenen. Wilgen groeien snel weer aan en deze natuurlijke kist wordt ook snel weer afgebroken.
Naast een kist kun je ook kiezen voor een lijkwade, waarbij het lichaam in doeken gewikkeld wordt. Wil je een duurzame lijkwade? Denk dan aan materialen als hennep, biologisch katoen, linnen of bamboe. Bij een crematie moet het lichaam in de oven worden ingevoerd in een kist of op een plank met platte onderkant en rechtopstaande rand. Houd hier rekening mee wanneer je kiest voor alternatieven voor de kist.
Er bestaat zelfs een ‘levende’ kist. De Loop LivingCocoon is een kist de bestaat uit mycelium (paddenstoelen). De kist is ecologisch en wordt binnen 45 dagen helemaal afgebroken in de grond. Mycelium is het wortelstelsel van paddenstoelen. Dit kan organisch materiaal omzetten in voedingsstoffen voor de bodem. De kist belast de bodem dus niet.
Grafmonument
Grafmonumenten zijn er in allerlei vormen en maten. Natuurstenen monumenten zijn eigenlijk erg belastend voor het milieu en passen dus niet bij een groen einde. Er moeten grondstoffen als graniet, leisteen of zandsteen gewonnen worden, meestal uit India of China. Het winnen, maar zeker ook transporteren hiervan is erg belastend voor het milieu. Daarnaast werken de mensen, soms ook kinderen, in steengroeven onder zeer zware arbeidsomstandigheden.
De meest duurzame optie is helemaal geen grafmonument, maar dit is niet overal toegestaan. Wil je iets op het graf plaatsen? Denk dan aan mogelijkheden als een schijf van een boomstam, een houten kruisje of een zwerfkei. Ook is het mogelijk om bestaande grafmonumenten te ‘recyclen’, van een bestaande steen wordt dan een laagje afgeslepen en zo kan deze hergebruikt worden.
Je kunt ook denken aan een boompje, struik of andere plant als gedenkteken. Voor urnen geldt ook dat deze vaak gemaakt zijn van belastende en/of fossiele materialen zoals brons, steen of aluminium. Kies bij een groen einde voor een urn van klei, hout met een FSC keurmerk of ‘nieuwe’ opties zoals bamboe, bananenblad of wilgentenen. Wordt de urn begraven? Kies dan in elk geval voor een materiaal dat weer afgebroken kan worden.
Materialen en aankleding
De grote thema’s hebben we hierboven al doorgenomen. Maar denk ook aan de details. Bij eigenlijk elke keuze die je maakt, kun je duurzaamheid in overweging nemen. Koop bijvoorbeeld geen nieuwe kleding, maar kies voor iets wat de overledene al had. Kies dan bij voorkeur voor natuurlijke materialen zoals wol of linnen. Ook als gast hoef je geen nieuwe kleding te kopen, maar kun je iets dragen dat je al in de kast had. Zorg er ook voor dat er geen materialen als sieraden, brillen, telefoons of andere apparaten mee de kist in gaan.
Wordt er drukwerk voorzien? Kies dan voor gerecycled papier, maar overweeg ook om het drukwerk achterwege te laten en de rouwkaart voor een groen einde digitaal te versturen en een digitaal condoleanceregister te openen. Bloemen zijn vaak een milieubelastende factor bij een uitvaart. Des te meer omdat ze vaak maar heel kort ‘gebruikt’ worden. Het meest duurzaam is het om geen bloemen te gebruiken.
Als je bloemen gebruikt, kies dan voor binnenlandse bloemen uit het seizoen. Vraag de bloemist om geen gebruik te maken van steekschuim of van linten. Ook bij de catering kun je duurzaamheid in acht nemen. Kies voor biologische producten en schenk bijvoorbeeld Fairtrade koffie. Voorkom wegwerpartikelen en laat de catering plaatsvinden op de locatie van de uitvaart om onnodige verplaatsingen te voorkomen.
De laatste rustplaats
Tenslotte is er de laatste rustplaats. Die kies je niet zomaar. Het moet een plek zijn die bij de overledene past en waar de nabestaanden zich prettig bij voelen. Natuurbegraafplaatsen maken hun opmars. Kenmerken van een natuurbegraafplaats zijn dat er geen of minder onderhoud plaatsvindt dan op een reguliere begraafplaats, dat er alleen natuurlijke grafmonumenten zijn, dat er veel natuur te vinden is, dat er minder diep wordt begraven dan op reguliere begraafplaatsen en dat er strenge eisen zijn voor het lijkomhulsel (de kist, maar bij voorkeur een wade).
Een natuurbegraafplaats kan een heel duurzame optie zijn, maar is niet altijd voor een groen einde vereist. Wanneer een natuurbegraafplaats bijvoorbeeld nieuw aangelegd wordt en er op deze locatie ook een rouwcentrum wordt gebouwd, heeft dit een grote impact op het milieu. Ook op een gewone begraafplaats kun je voor duurzame mogelijkheden kiezen en met de gehele invulling van de uitvaart maak je een grotere impact.
Duurzame tips
• Beperk de verplaatsingen bij de uitvaart, dus probeer de plechtigheid, maar ook de condoleance achteraf, op de begraafplaats of bij het crematorium zelf te doen.
• Wil je verse bloemen? Kies dan voor bloemen uit het seizoen.
• Kies voor een digitaal condoleanceregister.
• Maak bij drukwerk gebruik van gerecycled papier.
• Probeer zo veel mogelijk te letten op keurmerken, zoals FSC bij hout, biologisch of eco-keurmerk.