Geel en krom, zo zien we onze bananen het liefst. In Nederland eten we ze dagelijks, maar de bananen die wij eten worden bedreigd door twee schimmelziektes. Hierdoor wordt er veel gebruikgemaakt van chemische bestrijdingsmiddelen, maar dat is natuurlijk niet duurzaam. Daarom keken wij naar de toekomst van de banaan.

Van de Goudreinet tot de Elstar of van Conference tot Doyenne du Comice. Als je appels en peren koopt, dan heb je genoeg rassen om uit te kiezen. Zoet, sappig, melig of lichtzuur; er is voor ieder wat wils in diverse kleuren en maten. Bij bananen is dat een ander verhaal. Er zijn duizenden soorten bananen, maar we eten in Europa vrijwel altijd de Cavendish-banaan. Dat is niet altijd zo geweest, want vóór de jaren 50 aten we de Gros Michel-banaan, totdat de Fusariumverwelkingsziekte (vroeger: Panamaziekte) dit ras fataal werd. Deze ziekte wordt veroorzaakt door de bodemschimmel Fusarium. De Gros Michel verdween hierdoor en de Cavendish kwam ervoor terug. Inmiddels is ook de Cavendish niet meer veilig voor de Panamaziekte en er is nog een ziekte bijgekomen: de Black Sigatoka ziekte. Deze twee ziektes maken het de huidige bananenteelt erg moeilijk.

bedreigde bananen

Van tarwe naar banaan

Iemand die zich al heel wat jaren bezighoudt met bananen en ziektes is Gert Kema. Hij is hoogleraar Plantenziektekunde bij Wageningen University and Research (WUR). Hij leidt het Laboratorium voor Fytopathologie. “We werken hier met zo’n 30 mensen, inclusief studenten, aan verschillende plantenziektekundige problemen, waaronder de Fusarium- verwelkingsziekte en Black Sigatoka”, vertelt Kema. Hij heeft zich altijd al gericht op plantenziektes, maar niet zozeer op bananen. “Hiervoor heb ik 35 jaar gewerkt aan schimmelziektes in tarwe. De veroorzaker van een ziekte in tarwe is verwant aan de Black Sigatoka-schimmel in bananen. Toen wij in 2003 bezoek kregen van de Nationale Bananen Coöperatie uit Costa Rica kwam ik in aanraking met onderzoek naar bananen. Zij vroegen namelijk of er iemand iets wist over die schimmel. Dat was niet zo, maar ik kende wel die verwante schimmel. Ik ben dus met ze gaan praten en een jaar later werd ik in Costa Rica uitgenodigd.”

Effect van de ziektes

Banaan is een product dat heel veel mensen aanspreekt. In Nederland eten we het voornamelijk als fruit, maar in Afrika is het echt hoofdvoedsel. De teelt van bananen wordt al enkele jaren bedreigd door de twee ziektes, maar als consument merk je daar weinig van. “We zullen hier op korte termijn niets van de ziektes merken in de supermarkt. Dat verwacht ik echt niet”, zegt Kema. “Toch hebben de ziektes wel impact op de teelt. Kijk maar naar 100 jaar geleden, toen heeft de Fusarium-verwelkingsziekte in heel Centraal-Amerika de bananenteelt compleet gedecimeerd. De bananenteelt is gered, doordat men toevallig tegen een resistent ras aanliep: de Cavendish-banaan. Dit is gewoon een wilde kloon die gevonden is, het was geen veredelde banaan.” Het succes van de Cavendish steeg enorm en het ras wordt inmiddels wereldwijd geteeld en gegeten. “Daarmee is de banaan een extreem voorbeeld van een monocultuur geworden en dat is een gigantisch risico. Dat blijkt ook nu de twee ziektes vat hebben gekregen op de Cavendish. In de afgelopen 10 jaar is de Fusarium-schimmel al in dertien nieuwe landen opgedoken.” Daarnaast is er dus Black Sigatoka, een ziekte die inmiddels wereldwijd voorkomt. Ondanks deze ziekte kunnen wij nog steeds bananen eten. Volgens Kema komt dat doordat er op bananenplantages massaal fungiciden, chemische bestrijdingsmiddelen, worden ingezet om die ziekte onder de duim te houden. “We hebben momenteel ook geen vervanger voor de Cavendish-banaan. Fusarium is een bodemschimmel, dus diekrijg je ook nooit meer weg. Black Sigatoka wordt veroorzaakt door een schimmel die zich via de lucht verspreidt. Dat er zoveel fungiciden worden gebruikt is natuurlijk echt niet duurzaam.”

bedreigde bananen

De Nederbanaan

Kema en zijn team werken aan oplossingen om schimmels te bestrijden. De echte oplossing is volgens hem de Cavendish vervangen door resistente rassen. “En dan niet één ras of een Cavendish 2.0. Onze visie is: als je duurzaamheid in een gewas wilt hebben, dan moet je continu nieuwe rassen tot je beschikking hebben. Bij tarwe is dit heel normaal, daar worden elk jaar nieuwe rassen op de markt gebracht. Een nieuw ras maken, kost ongeveer 10 jaar, dat geldt voor bananen ook. Daar moet je dus mee beginnen.” Dat is de reden dat Yelloway is opgericht. Een commercieel bananenveredelingsbedrijf met als partners Chiquita, Keygene en de start-up MusaRadix. Daarnaast zijn ze in Wageningen ook zelf begonnen aan het telen van bananen: de Nederbanaan. Kema bracht diverse partners bijeen om bananen in de kassen van UNIFARM te telen ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van Wageningen University and Research. Dit initiatief is inmiddels uitgegroeid tot de nieuwe start-ups Nedergroep (met bananen op substraat in Nederlandse kassen) en A Banana Company (ABC), die het concept in een controlled environment in het veld, dus niet in kassen, wereldwijd uitrollen. De bananenplanten groeien daarbij niet in de grond, maar op een biologisch substraat – want in de bodem zit juist de veroorzaker van de Panamaziekte, maar ook andere bedreigingen zoals bacteriën, aaltjes en daarbovenop nog eens watertekorten en voedingsproblemen. Het doel is om de bananenteelt in het veld te innoveren. Bananen worden namelijk nog altijd op dezelfde manier geteeld als 100 jaar geleden en daar mag wel verandering in komen.

Anderen lazen ook:  Energietransitie: de weg naar 2050

de toekomst van banaan

In de supermarkt

Supermarkten willen daarentegen nog niet meewerken aan de duurzame teelt van bananen. “Supermarkten weten wel dat bananen zo vaak bespoten worden, maar dit laten ze natuurlijk niet weten aan de consument. Wij hebben met diverse supermarkten gesproken en ze vinden ons onderzoek en project wel interessant, maar ze zijn niet bereid om erin te investeren”, legt Kema uit. Voor een supermarkt zijn bananen een grote inkomstenbron, want per persoon eten we jaarlijks zo’n 12 kilo bananen. “En in Oeganda eten ze zelfs een kilo per persoon per dag. Bananen worden dus niet alleen maar geëxporteerd, maar ook lokaal gegeten. Toch komt er veel naar Nederland. In de bekende bananendoos gaat 18,4 kilo en per week komen er zo’n 220.000 dozen onze kant op. Dat is echt heel veel. Een boer krijgt zo’n 6 euro per doos, terwijl de supermarkt omgerekend zo’n 28 euro per doos krijgt. Als een supermarktketen zegt dat hun bananen nooit duurder dan 1 euro per kilo zullen zijn, dan vind ik dat asociaal. Heel veel kleine boeren moeten hun gezinnen onderhouden van het geld dat ze verdienen met het telen van deze bananen en dat wordt steeds moeilijker met deze ziektes en de stijgende prijzen van bijvoorbeeld kunstmest.” Ondanks dat gaan Kema en zijn team gewoon door met het innoveren van de internationale bananenteelt. “We zijn dus niet alleen bezig met nieuwe rassen, maar ook hoe je duurzamer kunt telen. We hebben heel veel studenten die dit interessant vinden dus het begint een soort beweging te worden. Niet de hele sector zal het direct overnemen, maar er zijn genoeg partijen die zeer geïnteresseerd zijn in onze visie en dat is natuurlijk fantastisch.”

HOE DUURZAAM IS EEN BANAAN?

Het telen van bananen heeft invloed op het milieu. Op een bananenplantage groeien enkel bananenplanten en geen andere gewassen. Door intensieve teelt neemt de vruchtbaarheid van de bodem af. Bananenplantages gaan ten koste van de natuur, zoals tropisch regenwoud en mangrovebossen. Hierdoor verdwijnt flora en fauna en in de natuur die wel overblijft, kunnen pesticiden, die worden gebruikt op de plantages, terechtkomen. De bananen groeien in tropische landen zoals Costa Rica, Panama, Colombia en de Filipijnen. Er komt dus ook nog ver transport bij kijken. Al deze factoren zorgen ervoor dat een banaan minder duurzaam is dan een appel of een peer. Een appel zorgt volgens www.foodfootprint.nl namelijk voor zo’n 42% minder CO2-uitstoot. Toch is de banaan niet per se de minst duurzame keuze als het gaat om fruit, want bananen zijn langer houdbaar dan andere fruitsoorten. Dit betekent dat een banaan per boot naar Europa kan worden vervoerd in plaats van per vliegtuig. Als het gaat om de arbeidsomstandigheden dan zijn deze meestal ondermaats op een bananenplantage. Koop daarom bananen met een Rainforest Alliance of Fairtrade keurmerk. Naast de ‘gewone’ banaan, liggen er ook biologische bananen in de winkel. Dit zijn bananen die onbespoten zijn. Ze worden geteeld in gebieden waar geen of geringe ziektedruk is van Pseudocercospora fijiensis, de veroorzaker van Black Sigatoka. Een van deze gebieden ligt in Peru, daarom zijn bijna alle geëxporteerde bananen uit Peru biologisch.

Wil jij meer weten over de duurzaamheid van voedsel in de supermarkt, lees dan dit artikel.