Geboren en opgegroeid tussen de koeien op de zuivelboerderij van hun ouders, stonden Bart en Tom Grobben voor de keuze: willen wij op dezelfde voet verder met het familiebedrijf? Na veel nadenken was het antwoord: nee. Ze wilden een andere weg in slaan. En die weg is er een naar plantaardige zuivel op basis van lokale gewassen en om te beginnen met soja. Zo ontstond de eerste plantaardige zuivelboerderij van Nederland: De Nieuwe Melkboer.

Op het platteland in Twente, vlakbij Enschede, zijn de broers Tom en Bart Grobben opgegroeid op het familiebedrijf van hun ouders. Dit bedrijf richtte zich op het produceren van koemelk, en dat al generaties lang. Zoals dat gebeurt bij familiebedrijven, was het de beurt aan de volgende generatie om na te denken over de toekomst van het bedrijf. Daar ontstond bij Tom en zijn broer Bart het idee om het helemaal anders aan te gaan pakken.

“We waren een beetje zoekende, want aan de ene kant is het natuurlijk heel gaaf dat je de kans krijgt dat je een mooi familiebedrijf over mag nemen. Maar aan de andere kant wisten we ook niet zo goed of wij wel melkboeren zijn in hart en nieren en of dat wel was wat wij wilden. En of daar wel de toekomst in lag.” Daarbij kwam ook dat het bedrijf volgens de huidige standaarden aan de kleine kant was. Bij voortzetting moest de capaciteit minimaal verdubbeld worden. “Voor Bart en mij was het wel helder dat het niet onze ambitie was om meer koeien op minder ruimte te houden. Dus gingen we nadenken over wat het dan wel was wat wij wilden.”

Van koe naar sojaboon

Beide broers verlieten het platteland voor een studie, Bart vertrok voor een aantal jaar naar Amsterdam en Tom studeerde in Utrecht. “Daar zagen we de opkomst van plantaardige producten en de wil om plantaardig te eten en drinken aanzienlijk groeien. Tegelijkertijd leerden we tijdens onze studies in Wageningen steeds meer over de duurzaamheids- en gezondheidsvoordelen van een meer plantaardig dieet. Dat zette ons als ondernemers wel aan het denken: want wat betekent dat voor ons bedrijf en liggen daar misschien kansen?”

Tijdens hun onderzoek naar de voor hen nog onbekende markt van plantaardige producten, stuitten de broers op iets opvallends. “In principe eten mensen vaak uit duurzaamheidsoverwegingen plantaardig. Maar vervolgens werden alle plantaardige zuivelalternatieven in het buitenland geproduceerd, vaak van grondstoffen geïmporteerd vanuit andere werelddelen. Dat zette ons wel aan het denken. Want we zijn zo trots op onze agrarische sector, maar missen de boot wat betreft de opkomst van meer plantaardige voedselproducten. Oftewel, we ruilen ons Nederlandse glas koemelk in voor een buitenlands glas plantaardige zuivel. Waar geen enkele Nederlandse boer een graantje van mee kan pikken. Wat ons betreft kon dat beter.”

Deze wil om te kijken of plantaardige producten ook op eenzelfde manier in Nederland gemaakt en verspreid konden worden, maakte dat de broers in 2016 begonnen met een veld van 400 m2 soja, naast de koeien. “Het was een kwestie van proberen en kijken hoe we daar stappen in konden zetten. En zo is het zaadje, of beter gezegd boontje, eigenlijk gaan groeien.” Deze nieuwe manier van boer zijn, beviel Bart en Tom zo goed, dat ze inmiddels helemaal over zijn op het verbouwen van soja. Van de koeien is in 2022 afscheid genomen en sindsdien is de boerderij een plantaardige zuivelboerderij.

De kansen van soja

De keuze voor sojabonen heeft meerdere redenen, legt Tom uit. “Die keuze was in eerste instantie vooral gebaseerd op het feit dat er al producten van bestonden en mensen er al mee bekend waren. Ik heb zelf consumentenwetenschap gestudeerd, dus ik weet dat je vaak wel een beetje in het straatje moet blijven van wat mensen kennen. Als je bijvoorbeeld iets met veldbonen maakt, zullen mensen dat toch ingewikkelder vinden, want ze zijn er niet mee bekend in die vorm.” Daarnaast keken Bart en Tom naar de voedingswaardes van verschillende plantaardige opties. “Soja heeft in verhouding tot andere alternatieven, de beste nutriëntwaarden. Ook bijvoorbeeld op het gebied van eiwitten, de aminozuren van die eiwitten zijn het meest compleet. Dat maakte het voor ons een logische keuze om ons eerst op soja te focussen.”

Het proces

Dit bleek een goede keuze te zijn, want De Nieuwe Melkboer is de afgelopen jaren flink gegroeid. Na veel onderzoeken, proberen, proeven en aanpassen introduceerden de broers in 2020 de eerste volledig Nederlandse sojadrink. “Dat was wel een grote uitdaging, om die sojaboon te verwerken tot een product waar we blij mee waren. Het verbouwen van de boerderij naar een plantaardige zuivelboerderij zelf was niet de grootste uitdaging. Er waren gelukkig partijen zoals Agrifirm die ons hierbij ondersteunden met kennis van de teelt. Maar toen we eenmaal dat boontje hadden, wisten we niet wat we er dan precies mee moesten doen. Dus de eerste producten hebben we echt gemaakt op basis van YouTube filmpjes, met een staafmixer en een kaasdoek.”

Stap voor stap ontstond een productielijn, maar niet zonder slag of stoot.“Het was best een uitdaging om uit te vinden hoe we het beste konden werken. Er waren geen machines op de markt, althans niet voor kleinere bedrijven zoals wij, waarmee je soja kon verwerken tot melk. Dus we moesten klein beginnen en zelf een machine samenstellen die eigenlijk nog niet bestond. Dit deden we in een productiehal vlakbij de boerderij. Zo hebben we een lijn ontwikkeld waarmee we aan de slag konden.”

Anderen lazen ook:  Zero waste leven

Van melk naar yoghurt

Gelukkig ontstond er al vrij snel een goed product waarmee de broers verder konden. “We waren begonnen met die sojadrink omdat we zagen dat er vraag was naar voornamelijk plantaardige opties voor barista’s, dus voor in de koffie. Maar het bleek toch niet helemaal de beste keuze te zijn. Toen wij het lanceerden, besloot namelijk ook Oatly hun havermelk te introduceren, die het heel goed deed. En daarnaast hadden we een verse sojadrink die je maximaal twee weken kon bewaren, dat is eigenlijk aan de korte kant is gebleken in de praktijk.

Deze factoren samen maakten dat Bart en Tom besloten om het net een beetje over een andere boeg te gooien: van sojadrink naar sojayoghurt. “We hadden een aantal klanten die vroeg of we ook yoghurt konden maken, zo gevraagd zo gedaan. Al snel hadden we een relatief goede yoghurt en merkten we dat er al snel veel vraag naar de yoghurt was. En gelukkig is yoghurt maken niet zo moeilijk als je de basis, in dit geval een lekkere sojamelk, al hebt.”

Eigen fabriek

Om deze volgende stap te zetten bij hun plantaardige zuivelboerderij, was het nodig om groots te denken: het plan voor een eigen sojayoghurtfabriek werd gevormd. Een oude koeienstal werd leeggehaald en een volwaardige productieruimte werd gebouwd. Hierdoor kon het gehele productieproces op de boerderij plaatsvinden: van plant tot klant. In augustus werd de productieruimte/fabriek officieel geopend, wat voor de broers een mooie mijlpaal was.

“Maar het was ook weer een uitdaging, want je hebt toch weer een helemaal nieuwe lijn die ook weer een grotere capaciteit heeft. Dus daar moesten we onze recepten en werkwijze wel op aanpassen. Op zich is het proces in de basis niet zo moeilijk, het blijft een proces van malen, scheiden en fermenteren. Maar het lastige zit in het feit dat je op heel veel manieren het proces kan finetunen om het lekkerder te maken, denk aan temperatuurverschillen bijvoorbeeld, of net een andere maalstand. En dat dan ook op een grotere schaal, dat maakte het beste een uitdaging. Maar uiteindelijk hebben we er wel echt een beter product uit gekregen dan we hadden durven dromen.”

Ambities

De sojayoghurt van de plantaardige zuivelboerderij De Nieuwe Melkboer is verkrijgbaar in drie smaken: naturel, vanille en bosvruchten. Momenteel is het aantal winkels en horeca waar je de producten kan kopen nog vrij beperkt, namelijk bij online supermarkt Crisp, in de maaltijdboxen van Boerschappen en bij een aantal lokale winkels en horeca in verschillende steden. Maar als het aan Tom en zijn broer ligt komt hier snel verandering in. “We willen heel graag groeien en onze producten voor nog meer mensen beschikbaar maken. We zijn natuurlijk pas net begonnen met onze eigen fabriek dus we konden nog geen beloftes doen aan retailers, maar nu we weten wat we kunnen maken zien we hier mooie kansen.”

Tom en Bart hopen dit jaar grote sprongen te maken door meer partijen aan zich te binden. “We willen bijvoorbeeld graag beschikbaar zijn in de horeca, bijvoorbeeld bij cateringbedrijven. En uiteindelijk is onze ambitie natuurlijk om in heel Nederland beschikbaar te zijn. En wellicht zelfs verder, dat er zelfs lokale sojazuivelboerderijen ontstaan over de grens. Der Neue Milchmann, ik zie het al helemaal voor me!”

Dierlijke zuivel vs plantaardige zuivel

Een glas melk bij het ontbijt, kom yoghurt als lunch en een toetje bij het avondeten, voor veel mensen is het al van jongs af aan vanzelfsprekend om zuivel te eten en drinken. Dat is in Nederland ook niet zo gek, want wij zijn een van de landen met de grootste zuivelindustrie en –export ter wereld.

De laatste jaren is het aanbod plantaardige zuivelvervangers groeiende. Van haver tot rijst tot de soja die De Nieuwe Melkboer gebruikt: de consument heeft steeds meer keuzes. In verschillende supermarkten is er inmiddels zelfs een groot vak in de koeling speciaal voor deze plantaardige producten. Hiervan zijn producten op basis van haver het meest in trek: 34 % van de plantaardige zuiveldranken die wordt verkocht, is gemaakt met haver. Hiermee is de voorsprong die soja in de jaren opgebouwd heeft, ingehaald.

Toch zorgt dit grote aanbod van plantaardige alternatieven nog niet voor een snelle verandering in de consumptie van zuivel. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat Nederlanders gemiddeld 338 gram zuivel per dag eten en drinken. Dit is grotendeels gelijk aan de zuivelinname van de voorgaande jaren. De consumptie van zuivelvervangers is aanzienlijk lager: die blijft steken op 13 gram per dag, wat neerkomt op 4% van de totale inname van zuivel en zuivelvervangers per dag. Dit sluit nog niet aan bij het streven van de overheid om de eiwitconsumptie in 2030 voor 50% uit dierlijke en voor 50% plantaardige eiwitten te laten bestaan.

Dit artikel verscheen in Groener Wonen 02.